TAERANGWIDÖ?
De Provincies van het koninkrijk van
DEVERRy
CWNOEUI,
in het jaar 1060
TREVHAEL
Schaal in kilometers ...
61 downloads
255 Views
539KB Size
Report
This content was uploaded by our users and we assume good faith they have the permission to share this book. If you own the copyright to this book and it is wrongfully on our website, we offer a simple DMCA procedure to remove your content from our site. Start by pressing the button below!
Report copyright / DMCA form
TAERANGWIDÖ?
De Provincies van het koninkrijk van
DEVERRy
CWNOEUI,
in het jaar 1060
TREVHAEL
Schaal in kilometers 100
•EA&RANGWJDD
*VJ ' ^ V S ^ M V
V
&
f «WC",O«, ï
T^JgR ANGWIDD
ZOO
Heuvels Bergen
i-.-i
biooiiy) 1
I LOC DRW
J MABYNDYBA
DUN DRW
AVEHTBEBYC J CAJHVNWSJIK
V
_
TAER ELCYION /fLACAR t^ CANNDB,
YVRODYR
t
i
LYNEBYN /
GADDMYK ^ > I LAENWN BELG WEG Yg W^»** \ / ^X^LUÖHCAEN^ G':XLOC V MUt * k HENDYK BLAEDDBYKj LOC GLAS ROUNDEVEKRY
BUCCBRAEL
J^E/SLKA,
^CERNMETON
^VBELXILAZDD %
DUN ï
k ^ ƒ MWRBRY CEMCYN 1
'% 1
DUNGWERDW^-^ ABERNAUDD .<-} AEERWYN
o 1 ""» 1 — DUN AKOOVIC N
li
ynisbelXS
f
BELMETON MOC _ X. I M O C Y C L A u C S.f ^. T ° ¥ A U AD MOCYCLAUO MORI'RDDAE AA< Y N i s n n n PC I WMMGLAEDD YNISODD P Eor C LCQv O
. ;
A A N W I J Z I N G E N V O O R D E UITSPRAAK
De Deverriaanse taal, die we het best neo-Gallisch kunnen noemen, heeft in uiterlijk en klank veel weg van het Welsh, maar een ieder die deze moderne taal kent, zal onmiddellijk zien dat hij er in veel opzichten van verschilt, evenals van het Cornish en het Bretons. Al deze talen behoren tot de subfamilie van het Indo-Europees dat men het P-Keltisch noemt. KLINKERS worden door Deverriaanse schrijvers verdeeld in twee klassen: edel en gewoon. Edele klinkers hebben twee uitspraken; gewone maar één. A zoals in elan als hij lang is; een kortere versie van dezelfde klank zoals in bak, als hij kort is. 0 zoals in boon bij een lange, zoals in pot bij een korte klank. W soms met een lange, soms met een korte oe-klank. y als in de i van machine bij een lange, als de e in boter bij een korte klank. E zoals in pen. 1 zoals pin. U zoals in dun. Klinkers zijn doorgaans lang in beklemtoonde lettergrepen; kort in niet beklemtoonde. Y is de voornaamste uitzondering op deze regel. Als dat de laatste letter van een woord is, is hij altijd lang, of de lettergreep beklemtoond is of niet. TWEEKLANKEN hebben gewoonlijk een vaste uitspraak. AE als de ee in meent.
AI als in beige. AU als de au in nauw. EO als een combinatie van eb en o. EW zoals in het Welsh, een combinatie van eb en oe. IE als in pier. OE als de oy in boy. UI als de oei in boei. NB. OI is nooit een tweeklank, maar bestaat uit twee aparte klanken, bijvoorbeeld in carnoic (Kar-noo-ik). zijn grotendeels hetzelfde als in het Engels, met de volgende uitzonderingen: C is altijd hard zoals in kat. G is altijd hard zoals in goal. DD is de Engelse i^-klank, altijd stemhebbend, zoals in het Engelse mother. (Dit is het geluid dat de Grieken de Keltische tau noemden.) R wordt zwaar gerold. RH is een stemloze R, zo ongeveer uitgesproken alsof hij in Deverry zelf rh werd gespeld. In Eldidd is de klank haast niet meer te onderscheiden van de rollende R. DW, GW en TW zijn afzonderlijke klanken, zoals in Gwendolen en twit. Y is nooit een medeklinker. I voor een zelfstandig naamwoord aan het begin van een woord doet dienst als medeklinker, zoals in het meervoudeinde -ion, dat wordt uitgesproken als het Engelse yawn. MEDEKLINKERS
worden, in tegenstelling tot in het Engels, beide duidelijk uitgesproken. Bedenk echter dat DD een enkele letter is, geen dubbele medeklinker.
D U B B E L E MEDEKLINKERS
ligt doorgaans op de voorlaatste lettergreep, maar samengestelde woorden en plaatsnamen vormen vaak een uitzondering op deze regel. Ik heb dit transcriptiesysteem zowel gebruikt voor het Bardekiaanse alfabet en het alfabet van de Elfentaal als voor het Deverriaanse alfabet, dat vanzelfsprekend meer op het Griekse dan op het Romeinse model gebaseerd is. Het voldoet tenminste over het algemeen goed voor het Bardekiaans. Wat de Elfentaal betreft, zou het in dit soort werk belachelijk zijn het ingewikkelde systeem te hanteren waarmee geleerden een transcriptie proberen te maken van die uiterst verfijnde en genuanceerde taal. H E T ACCENT
12
PROLOOG I N HET JAAR 1 0 4 5 De mens ziet het leven als een tocht vanuit het donker naar duisternis. De goden zien het leven als dood zijn... Het Geheime Boek van Cadwallon de Druïde
WOORDENLIJST Aber (Deverriaans) Riviermonding, deltagebied. Alar (Elfentaal) Een groep elfen, wel of geen bloedverwanten, die gedurende onbepaalde tijd met elkaar rondtrekken. Alardan (Elf.) Bijeenkomst van verscheidene alarli, die gewoonlijk op een dronkemanspartij uitdraait. Annwn (Welsh, letterlijk, 'geen plaats'.) De naam van de wereld waarheen de Deverrianen geëmigreerd zijn. Het Astrale Het bestaansvlak direct 'boven' of 'in' het etherische (q.v.). In andere magische stelsels vaak omschreven als het Akasisch Denken of de Schatkamer van het Denkbeeldige. Aura Het elektromagnetische krachtveld dat elk levend wezen omgeeft en uitstraalt. Aver (Dev.) Rivier. Bara (Elf.) Tussenvoegsel dat aangeeft dat het voorafgaande, aan een elfenwoord toegevoegd bijvoeglijk naamwoord, de naam is van een op het tussenvoegsel volgend element, zoals can + bara + melim = Woeste Rivier. (Woest + naamaanduiding + rivier.) Bel (Dev.) De oppergod van het Deverriaanse godendom. Bel (Elf.) Een voorvoegsel met dezelfde functie als bara, met dit verschil dat het aangeeft dat het voorafgaande werkwoord de naam is van het volgende element in de samengestelde uitdrukking, zoals in Darabeldal, Golvend Meer. Betoveren Hier: door directe manipulatie van iemands aura een effect creëren dat op hypnose lijkt. (Gewone hypnose manipuleert 411
alleen het bewustzijn van het slachtoffer waardoor dit zich er makkelijker tegen kan verzetten.) Blauw Licht Een andere naam voor het etherische vlak (q.v.). Brigga (Dev.) Wijde wollen broek gedragen door mannen en jongens. Br och (Dev.) Een lage, brede toren waar mensen in wonen. In het Thuisland hadden deze torens oorspronkelijk één grote haard in het midden van de begane grond en een aantal hoger gelegen cellen en kamertjes langs de wanden, maar in de tijd waarin dit verhaal speelt, had deze oude bouwstijl plaats gemaakt voor echte verdiepingen met haarden en schoorstenen aan weerszijden van het gebouw. Cadvridoc (Dev.) Legeraanvoerder. De cadvridoc die geen generaal is in de moderne zin van het woord, wordt geacht adviezen en aanwijzingen van de onder hem gestelde edellieden in overweging te nemen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij hem. Conaber (Elf.) Muziekinstrument, zoiets als de panfluit, maar met een beperkter bereik. Cwm (Dev.) Dal. Dal (Elf.) Meer. Dun (Dev.) Fort, vesting, bolwerk. Dweomer (vertaling van het Deverriaanse dwunddaevad.) Strikt genomen een wijze van toveren gericht op persoonlijke geestelijke verrijking door harmonie met het natuurlijk universum op al zijn vlakken en in al zijn verschijningsvormen; in algemene zin: magie, toverkunst. Elcyion Lacar (Dev.) Elfen; letterlijk: 'vrolijke geesten' of 'Vrolijke Helderzienden'. Embleem Een abstracte magische figuur die gewoonlijk ofwel een bepaalde geest ofwel een bepaald soort energie of kracht uitdrukt. Deze figuren, die veel weg hebben van geometrische krabbels, zijn door middel van diverse bewerkingen aan geheime magische diagrammen ontleend. Het etherische Het bestaansvlak direct 'boven' het fysieke. Met zijn magnetische kern en stromingen houdt het het fysieke in een onzichtbare matrix en is de werkelijke bron van wat wij 'leven' noemen. Etherische Gedaante Iemands werkelijke wezen, het elektromagnetische samenstel dat het lichaam bijeenhoudt en de eigenlijke zetel van het bewustzijn is. Fola (Elf.) Een voorvoegsel dat aantoont dat het zelfstandig naamwoord dat eraan voorafgaat in een samengesteld elfenwoord de naam is van het element dat op het voorvoegsel volgt, zoals in Corafolamelim, Uilenrivier. 412
Gedacbtenverschijning Beeld of driedimensionale verschijning die uit etherische of astrale substantie wordt gevormd, gewoonlijk door iemand met een getrainde geest. Als er voldoende van deze personen met een getrainde geest samenwerken om dezelfde gedachtenverschijning te vormen, zal deze gedurende een periode, gebaseerd op de energie die erin gestoken is, zelfstandig existeren. (Energie in een dergelijke verschijning steken noemt men het bezielen van de gedachten verschijning.) Manifestaties van goden of heiligen zijn doorgaans de gedachtenverschijningen die door ultra-intuïtieve personen, zoals kinderen, of mensen met een lichte vorm van helderziendheid worden waargenomen. Ook kan een groot aantal personen met een ongetrainde geest met elkaar vage, wazige gedachtenverschijningen vormen die op gelijke wijze waargenomen kunnen worden, zoals U F O ' S en verschijningen van de Duivel. Geesten Levende maar onstoffelijke wezens behorend tot de diverse niet-stoffelijke vlakken van het universum. Alleen de natuurgeesten, zoals het Natuurvolk (vert. van Dev. elcyion goecl) kunnen zich rechtstreeks in het stoffelijke vlak manifesteren. Alle anderen hebben een of ander middel nodig, zoals een edelsteen, wierook of het magnetisme dat wordt uitgestraald door vers geplukte planten of gemorst bloed. Geis Taboe, gewoonlijk een verbod. Verbreken van de geis leidt tot schennis van het ritueel en heeft de afkeuring en soms zelfs de haat van de goden tot gevolg. In samenlevingen waarin men in geis gelooft, zal iemand die hem verbreekt doorgaans kort daarna sterven, hetzij aan ziekelijke zwaarmoedigheid of aan een onbewust zelf teweeggebracht 'ongeluk', tenzij hij of zij het op rituele wijze goedmaakt. Gerthddyn (Dev.) Letterlijk 'muziekman', een rondtrekkende minstreel en verteller van veel lagere status dan een echte bard. De Groten Geesten, ooit mensen maar nu voorgoed zonder stoffelijk lichaam, die op een ongekend hoog bestaansvlak existeren en zich geheel wijden aan de verlichting van alle bewust levende wezens. Bij de boeddhisten staan ze ook bekend als bodhisattwa's. Gwerbret (Dev.) Hoogste rang van de adel direct onder de koninklijke familie. Gwerbrets (Dev. gwerbretion) zijn de hoogste gezagdragers van hun regio, en zelfs koningen aarzelen hun besluiten terzijde te schuiven vanwege hun vele eeuwenoude privileges. Hiraedd (Dev.) Typisch Keltische vorm van zwaarmoedigheid, die wordt gekenmerkt door een diep, smartelijk verlangen naar iets onbereikbaars; ook en in het bijzonder, heimwee in de derde graad. 413
Hoofdman (vertaling van het Dev. pendaely.) Onderbevelhebber van de krijgsbende van een edelman. Interessant is het feit dat het woord taely (dat de oorspronkelijke vorm van -daely is) zowel krijgsbende als familieverband kan betekenen. Lichtgedaante Een kunstmatige gedachtevorm, (q.v.) opgebouwd door een dweomermeester om hem of haar in staat te stellen door de binnenste bestaansvlakken te reizen. Lwdd (Dev.) Zoengeld; verschilt van weergeld in dit opzicht dat onder sommige omstandigheden over het bedrag van lwwd te onderhandelen valt en het niet onherroepelijk door de wet is vastgesteld. Malover (Dev.) Voltallig rechtscollege waarin zowel een priester van Bel als een gwerbret of een tieryn zitting hebben. Melim (Elf.) Rivier. Mor (Dev.) Zee, oceaan. Pan (Elf.) Tussenvoegsel, zoals 'fola', hierboven omschreven, alleen geeft dit aan dat het voorafgaande zelfstandig naamwoord een meervoud is, evenals de naam van het volgende woord, zoals in Corapanmelim, Rivier van de Vele Uilen. Onthoud dat het meervoud in de Elfentaal altijd wordt aanduid door toevoeging van een semi-zelfstandige betekeniseenheid, en dat deze semi-zelfstandigheid uitgedrukt wordt in de diverse samenhang aanduidende tussenvoegsels. Peel (Dev.) Ver, afgelegen. Rhan (Dev.) Staatkundige eenheid van land; dus is gwerbretrhyn, tierynrhyn, het gebied dat wordt bestuurd door een bepaalde gwerbret of tieryn. De grootte van de diverse rhans (Dev. rhannau) is zeer verschillend, eerder als gevolg van de grillen van erflaters en oorlog dan van wettelijke bepalingen. Speer Aangezien dit wapen nog geen meter lang is, zou men het ook 'strijdbijl' kunnen noemen. De lezer moet het zich niet voorstellen als een echte werpspies of als een van die enorme speren die bij de moderne Olympische Spelen worden gebruikt. Taer (Dev.) Grond, land, Tieryn (Dev.) Tussenrang bij de adel; lager dan een gwerbret maar hoger dan een gewone edelman (Dev. arcloedd.). Wyrd (vert. van Dev. tingedd.) Noodlot, bestemming; de onontkoombare problemen die een bewust levend wezen uit zijn vorige incarnatie meeneemt. Ynis (Dev.) Eiland.
414
G E S C H I E D K U N D I G E VERKLARING
Veel lezers en recensenten hebben aangenomen dat het koninkrijk Deverry gesitueerd was in een soort alternatief Groot-Brittannië, of dat het Deverriaanse volk oorspronkelijk uit Groot-Brittannië kwam. Aangezien enkelen zelfs, met volkomen voorbijzien van de geografie, veronderstelden dat de geschiedenis zich op dat eiland afspeelde, vond ik dat ik die kwestie maar eens moest ophelderen. De Deverrianen zijn uit het noorden van het Gallië waarvan in het verhaal sprake is, geëmigreerd, nadat ze een groot aantal jaren hadden gezucht onder het Romeinse juk, maar voordat het christendom een religie van betekenis werd. Wat hun nieuwe vaderland, Annwn, betreft, de naam is Welsh en betekent letterlijk 'nergens', een goede aanwijzing, dunkt me, aangaande zijn locatie in onze wereld. In latere delen van deze serie wordt verklaard hoe de oorspronkelijke groep emigranten hun nieuwe land bereikte en wordt verhaald over de wijze waarop ze zich daar hebben gevestigd.
415
AANWIJZINGEN VOOR DE UITSPRAAK
De Deverriaanse taal, die we het best neo-Gallisch kunnen noemen, heeft in uiterlijk en klank veel weg van het Welsh, maar een ieder die deze moderne taal kent, zal onmiddellijk zien dat hij er in veel opzichten van verschilt, evenals van het Cornish en het Bretons. Al deze talen behoren tot de subfamilie van het Indo-Europees dat men het P-Keltisch noemt. worden door Deverriaanse schrijvers verdeeld in twee klassen: edel en gewoon. Edele klinkers hebben twee uitspraken; gewone maar één. A zoals in elan als hij lang is; een kortere versie van dezelfde klank zoals in hak, als hij kort is. 0 zoals in boon bij een lange, zoals in pot bij een korte klank. W soms met een lange, soms met een korte oe-klank. Y als in de i van machine bij een lange, als de e in boter bij een korte klank. E zoals in pen. 1 zoals pin. V zoals in dun. Klinkers zijn doorgaans lang in beklemtoonde lettergrepen; kort in niet beklemtoonde. Y is de voornaamste uitzondering op deze regel. Als dat de laatste letter van een woord is, is hij altijd lang, of de lettergreep beklemtoond is of niet. KLINKERS
hebben gewoonlijk een vaste uitspraak. AE als de ee in meent.
TWEEKLANKEN